Verslag Alpe d’HuZes juni 2013

Alpe d’HuZes  5 en 6 juni 2013 (Voor mij is het nog steeds Alpe du Es)

Na maanden van trainen, 3x per week in de sportschool, de laatste tijd kilometers maken op de racefiets buiten, in de meivakantie lekker trainen in Zuid Limburg , was het eindelijk zo ver op vrijdag 31 mei vertrokken we met onze oude camper weer richting de Alpe . We kwamen dit keer zelfs verder dan de vorige keer. De andere dag, zaterdag 1juni,  moesten we nog een kleine 500 km. Toch valt dat laatste stuk  dan altijd weer tegen. Op zaterdagmiddag om een uur of vier konden we onze camper neerzetten op de camping La Libellue in Allemont. (ongeveer 7 km. van de startplaats Boug d’Oison)

Vorig jaar was ons hele gezin van de partij. Dit keer was alleen Anneke met me meegekomen.  Dit had tot gevolg dat we op de camping nu veel meer contact hadden met de andere gasten. Iedereen is daar niet zomaar. Iedereen heeft zijn eigen verhaal, zijn eigen verdriet, soms zijn eigen frustraties. Iedereen heeft ook zijn eigen doel. Ga ik een, twee, drie, vier, vijf of zelfs zes keer de berg op en af. Je zou dit zelfs een missie kunnen noemen. Ga ik op woensdag 5 of 6 juni omhoog ?

Mijn doel was: “Ik fiets op 5 juni 3x die berg omhoog en ik heb als streefbedrag € 3000”. Toen we vertrokken uit Zwijndrecht kwamen we nog 200 euro’s te kort, toen we weer terug kwamen had ik 220 euro te veel (het is overigens nooit te veel). Ik heb me trouwens wel geërgerd aan de krantenberichten over het vele nog niet uitgegeven geld van Alpe d’HuZes.  Ik wil er een ding over kwijt: “Wanneer er een instantie is die met een goed onderbouwd plan  voor kankeronderzoek komt, wordt dit door de organisatie, in samenspraak met het KWF, altijd goedgekeurd. Al het geld komt uiteindelijk op de goede plaats terecht. NIETS blijft aan de strijkstok hangen. Al het werk wordt door vrijwilligers gedaan. Ik ben er trots op om daar een steentje aan bij te mogen en kunnen dragen.”

De eerste dagen op de camping waren zeer fris. Ons elektrisch kacheltje heeft in de avond overuren gedraaid. Vooral  s’ avonds  koelde het flink af. Het bleef zo koud tot de dinsdag. Ik was eigenlijk niet van plan om nog 2 dagen te gaan trainen, maar ik vond dit toch nodig, omdat ik op mijn eerste trainingsdag heel veel moeite had om de berg op te fietsen. Achteraf was het ook niet zo verstandig van mij om veel te snel te willen klimmen. Als je dit doet, kom je jezelf toch een paar keer tegen. Toch kwam ik wel boven en ik kreeg ook steeds meer plezier in het dalen. Anneke heeft op die dag een flinke wandeling gemaakt.

De andere dag (maandag) ben ik naar een skioord gefietst. Dit was ook zwaar, maar ik hoorde dat er stukken bij zaten van 16 -18 %. Bovenin raakte ik in gesprek met een kankerspecialist van het Radboud-ziekenhuis in Nijmegen. Hij was gespecialiseerd in melanoom- en prostaatkanker.  Omdat ik toch nog veel vragen had over het ziek zijn en sterven van Esther was het een zeer prettig en verhelderend gesprek van zeker een half uur.  Het heeft in elk geval zeer goed gedaan. Het was voor mij persoonlijk het hoogtepunt, want ik heb tot nu toe altijd het idee gehad dat ik ergens te kort geschoten ben om Esther te kunnen helpen om deze “ klote” ziekte te kunnen overwinnen. Uit dit gesprek is gebleken dat dit niet het geval is geweest.

Ik moest natuurlijk ook nog naar beneden. Onderweg in de afdaling lag er een steen, die er bijna voor zorgde dat ik ten val kwam. Ik kon gelukkig door keihard te remmen me nog net staande houden. Ik moet eerlijk toegeven dat ik wel even heel erg bang was.  Toch heeft me dit voorval wel geholpen om mijn daalangst kwijt te raken. Ik dacht: “Als zelfs die steen me niet vloert, dan moet het voortaan goed gaan. Niet meer naar je snelheidsmeter kijken, ook niet meer naar die dunne bandjes, maar voor je kijken. “

Op de dinsdag moesten we bovenop de berg zijn om het stuurbordje en de tijdwaarnemingchip te  halen. Ook moest ik nog i.v.m. het vrijwilligerswerk een vergadering bijwonen. En ik wilde been- en armstukken kopen voor het geval het eventueel koud zou zijn.  We zijn met onze fiets naar het busstation in Bourg gereden, daarna  heeft de bus ons boven gebracht.  Eerst dachten we dit met onze camper te doen, maar ik vond dit toch niet zo’n goed plan. (Zeer verstandig denk ik) Om 18.00 uur zou de laatste bus gaan. Gelukkig hadden we daardoor ook nog even tijd om wat boodschappen te doen en om kaarsen te kopen. Vorig jaar wisten we niet in welke bocht deze stonden. Nu wisten we het gelukkig wel, niet in bocht 17, die was vol, maar in bocht 7.  De vergadering personenvervoer was zinvol. Alles was geregeld en gekocht en dat was mazzel ; we konden met een bus eerder weer naar beneden. We waren erg blij dat onze fietsen er nog stonden, zodat we weer bijtijds op onze camping weer terug waren. Nog een nachtje slapen………….

Voor dat slapen heeft Anneke nog even een heleboel pannenkoeken gebakken. Ik heb die pannenkoeken besuikerd en per twee verpakt in aluminiumfolie. Die dag heb ik geen druppel alcohol gedronken. (Anneke was solidair, goed, ze heeft zelfs geen wijntje gedronken!) We gingen die avond ook op tijd slapen. Dat is ook vrij uniek. Kortom de voorbereiding was uitstekend.

Toch vind ik het wel jammer dat ik niet in een ploeg zit, want ik heb zelfs horen vertellen, dat sommige teams een soigneur, lees masseuse,  bij zich hebben. Lijkt me toch wel lekker. Na een goede nachtrust,  heb ik heerlijk mijn spekpannenkoeken opgegeten en kon ik na maanden geen koffie te hebben gedronken eindelijk weer eens genieten van twee bakken heerlijke sterke koffie. Dit geeft je echt een enorme kick. Ik had ook al 2 dagen achter elkaar macaroni gegeten, dus ik zat vol koolhydraten en vol pepspullen (koffie, nee geen epo). Van Anneke kreeg ik nog even te horen dat al de bidons (2) en de fles sportdrank  leeg moesten zijn. Dat ik mijn twee pakketjes pannenkoeken op moest hebben en dat ik mijn repen ook naar binnen moest werken.  Bovenaan zou ze klaar staan om het te controleren en om mij van nieuwe bidons etc. te voorzien. Om een uur of negen vertrokken we met een klein peloton naar Bourg d’Oison de startplaats. Alle stramme spieren werden in de 7 km. naar de start lekker los gereden. Het was lekker weer. Dus kon het eigenlijk niet fout gaan. We werden bij de start nog even geïnstrueerd door twee lieftallige dames. We zouden in groepen van  500 fietsers vertrekken voorafgegaan door de motards (motorrijders) Ook werd er nog even verteld dat je bij het dalen niet harder mocht dan 45 km. (Houd dat even in de gaten!) Natuurlijk wensten ze ons een hele prettige tocht.

Om half elf mochten wij eindelijk vertrekken. Met wij bedoel ik, de overbuurtjes van de camping; vader, die de kanker net had overwonnen; moeder; dochter, die uit Oslo kwam; zoon en vriend van de zoon en ikzelf (en al die andere 3000 deelnemers). Mijn doelstelling was nu een totaal andere. Vorig jaar was deze berg een flink stuk van het rouwproces. Ik wilde beslist niet afstappen of rusten onderweg. Ik wilde alleen maar doorgaan. Dit jaar wilde ik er meer van genieten……….en natuurlijk ook herdenken. “De echte kanjers zijn niet de lopers of fietsers die de berg op en af gaan. Het zijn de mensen die kanker hebben, of hebben gehad of eraan kapot zijn gegaan”.

Na weer een ereronde door de startplaats Bourg d’Oison konden we eindelijk aan de klim van 14 km beginnen.  Vorig jaar kon je die ereronde van 1,5 km lekker fietsend afleggen. Toen was het ook regenachtig. Nu was het prachtig weer. En het was daardoor ook heel erg druk langs de kant van de weg. En het tempo was erg laag. Ik denk ook dat iedereen die nu met mij fietste de berg al goed verkend had, want dit keer viel het wel mee met de verkeerd schakelende fietsers. Ook waren er niet veel die na 200 meter al omkeerden. Die eerste drie verschrikkelijke bochten verliepen dit keer eigenlijk best goed. Iedereen fietste in zijn eigen tempo de berg op. Natuurlijk hoorde je om je heen wel wat gekreun en gesteun, want hoewel je best goed getraind hebt, het blijft een zware klus. De overbuurtjes van de camping heb ik niet meer gezien op de berg. Die zag ik pas op de camping weer. Wel heb ik een hele tijd met iemand uit Zeeland samen gefietst. Ik en hij blijkbaar ook,  vind het wel prettig om te praten tijdens het fietsen. Het voordeel daarvan is dat je je ademhaling dan onder controle hebt.

Ik heb me trouw aan de opdracht van Anneke gehouden door in elke buitenbocht flink te drinken en af en toe een reep naar binnen te werken. In elke bocht is het trouwens feest. Je wordt herhaaldelijk aangemoedigd. Je wordt toegezongen. Je kunt heel vaak wat extra water tot je nemen. Ook dat is trouwens heel goed geregeld. Ook staan ze met sponzen klaar. Die heb ik trouwens niet aangenomen, want ik hoe niet van een vieze zonnebril.

e1 In bocht 7 ben ik gestopt. Je kon daar ook naar achteren lopen. Daar kon ik ook even mijn plasje kwijt. Ik zou echt niet weten hoe die profs dat op de fiets kunnen. In bocht 7, ik vind dat toch de mooiste bocht, hadden we ook onze kaarsen laten neerzetten. En…………………Ik heb ze nog gevonden ook. Dat was natuurlijk een zeer emotioneel moment, maar ik was nu gelukkig helemaal alleen. Ik vond dat toch wel prettig. Ik heb daar mijn emoties en ook frustraties kunnen laten gaan. En achteraf is dat toch wel prettig. Nadat ik 4 pannenkoeken naar binnen had gewerkt en mijn bidon leeg had gedronken en weer een nieuwe in mijn bidonhouder had geplaatst ben ik na een half uurtje pauze weer verder de berg op gefietst.

Die laatste 3 bochten zijn ook weer erg taai. Dan zie je al een tijdje waar je naar toe moet fietsen. Dan denk je oh dat doe ik wel even, maar om te pesten wordt het nog even flink klimmen. Gelukkig staan er dan wel heel veel mensen aan de kant, die je wel omhoog willen schreeuwen. Het valt me trouwens op dat met name de jonge dames wel eens echt omhoog geduwd worden. Ze hebben mij niet een keer geduwd, maar ik ben waarschijnlijk ook niet knap genoeg. Ik hoorde van onze overbuurvrouw trouwens dat ze dat duwen helemaal niet leuk vond.

Als je dan helemaal boven bent, lijkt het net of je meedoet aan een Tour de France etappe. Drommen mensen laten maar een heel klein paadje open om doorheen te fietsen. Nog even door de  tunnel; dan loopt het even iets af; dan moet je weer klimmen naar bocht 0 (Bas Mulder bocht) Dan kun je eindelijk naar de finish toe. Bij de finish staan natuurlijk heel veel mensen die je van harte verwelkomen. Maar het hartstochtelijk word je onthaald  door de “roze dames”’(Betty en Bea). En natuurlijk was ook Anneke aan de finish om te feliciteren. e2 Toen ging plotseling de telefoon; dochter Miriam had me via een gedownloade app helemaal kunnen volgen en wist direct dat ik de finish gepasseerd was. Even een rustig plekje opgezocht, want wat was het bij de finish een herrie. Terwijl ik met Miriam aan het praten was, kreeg ik een microfoon van de NOS radio onder mijn neus geduwd. Dit is te horen geweest op radio 1 (klik hier en klik vervolgens op de afspeelknop om te luisteren). Je hoort op het laatst ook nog Anneke. Het duurt ongeveer 47 seconden (Ron Linker was de interviewer)

Nadat ik eerst lekker uitgerust had en mijn voorraad bidons en pannenkoeken weer aangevuld had, ben ik weer gaan dalen. Zag ik daar vorig  jaar nog het meeste tegenop. Nu kan ik echter zeggen, dat ik dit zelfs het leukste ga vinden. Het was zelfs zo erg dat ik van een motard de aanwijzing kreeg dat ik veel te snel aan het dalen was. Een snelle blik op mijn kilometerteller leerde mij dat ik op dat moment zelfs 65 km. per uur reed. Je mag maar 45 km…… Ook kan het dalen gevaarlijk zijn, want ik heb tijdens het dalen 3 ongelukken gezien. Een renner was helemaal geschaafd aan de rechterkant; de ander voelde met een pijnlijk vertrokken gezicht aan zijn arm; en in de laatste bocht lag iemand heel stil in een plas bloed. (Later hoorde ik dat deze renner over de kop geslagen was; hij had nl. met zijn voorrem geremd)  Geen leuk gezicht overigens al deze ongelukken. Je krijgt overigens bij het dalen wel kramp in je handen van het vele remmen. (zeker als je maar 45 km. per uur mag)

e3Na weer over de startmat gereden te hebben begon ik aan mijn 2e klim. Ik ben tijdens de 2e klim zelfs twee keer onderweg gestopt. In bocht 17 heb ik mijn pannenkoeken gedeeld met een andere dappere fietser. En in bocht 7 heb ik alles wat ik nog moest opeten opgegeten. Dat maakte mijn rugzak wat lichter. Weer hield ik me streng aan de instructies van Anneke om vooral goed te eten en te blijven drinken. Die pannenkoeken; die bouillons en de koffie werken als een soort doping. Ik noem dit voortaan “het geheime wapen”. Tijdens die tweede klim had ik niet het idee dat het zwaarder was. Wel voel je wat meer pijntjes. Ook ben je iets meer emotioneler. Als je hieraan mee wilt doen, moet je  daar ook de ruimte voor geven. Dat is ook goed. Als je me wilt zien op beelden, dan kun je onderstaande link openen. Als je de 1e opent, moet je mijn naam even intypen. Je kunt ook gelijk de 2e link openen.  Ik ben gemakkelijk te herkennen aan de man met de omvangrijke snor.

Link 1 = http://goo.gl/LW2pwc

Link 2 = http://goo.gl/HxyhSK

e4

Op donderdag 6 juni ging Anneke al bijtijds weg (half 10), want ze wilde de berg lopend als supporter gaan bedwingen. Ze heeft daardoor ook die geweldige sfeer op de berg kunnen proeven. (Overal  enthousiasme, saamhorigheid, gevoelens van diepe droefheid, maar ook blijdschap, enz.) Anneke heeft  de 14 klim kilometers in 5 uur afgelegd. Ze heeft er van genoten.

’s Morgens heb ik samen met de overbuurtjes nog even herinneringen opgehaald. Ook zij vonden het geweldig. ’s Middags moest ik als chauffeur personenvervoer op het parcours  zijn. Mijn dienst begon om een uur en duurde tot negen uur ’s avonds. Bij het klimmen reed er altijd een motard voorop. Bij het dalen moest je zelf je weg zien te vinden. Ik ben 5 x heen en weer op het parcours geweest. Drie motorrijders waren geweldig; twee helaas wat minder, een ervan dacht waarschijnlijk dat een auto net zo breed was dan de motor. Ik ben ook nog 4x boven naar de lift gereden om wat runners naar de liften te brengen, want via de liften en uiteindelijk de bus gingen deze weer terug naar de startplaats. Aan het einde van de dag moesten we ervoor zorgen dat alle mensen, die een functie hadden (vlaggers of medisch personeel, enz. ) van de berg gehaald werden en naar boven of beneden gebracht werden.

’s Avonds kwam ik om ongeveer 10 uur in de stromende regen weer terug op ons campinkje la Libellue.

Het mooiste moment van 6 juni is eigenlijk op het laatst dan komen alle ploegen binnen en rijden hand in hand of nog beter,  schouder aan schouder over de finish. En natuurlijk wordt dan de voorlopige tussenstand van de hele Alpe d’HuZes bekend gemaakt. (ruim 25.000.000 euro!!)

Ik ben blij, dat dankzij uw steun, ook mijn steentje heb mogen bijdragen. (€ 3593) Op onze 60 + en 60- feestje heeft er ook nog een collectebus voor het KWF gestaan. Dit leverde € 353 op. Ook daarvoor onze zeer hartelijke dank.

De terugreis verliep met wat hindernissen, omdat onze knalpijp van de camper gebroken was. Dit hebben ze bij de Fiatgarage overigens vakkundig gemaakt. Daardoor moesten we op zaterdag nog ruim 600 km rijden om op tijd thuis te komen. Dat was een beetje teveel van het goede…….

e5

“Zijn er verder nog plannen voor het volgend jaar ?” zult U misschien vragen. Eigenlijk had ik en Anneke tegen onze werkgevers beloofd dat dit onze laatste keer was geweest. Toch hoop ik dat ze nog enige clementie zullen hebben. Weer zijn we getroffen door alarmerende berichten over deze klootziekte. Bij Andrea is namelijk een ernstig voorstadium van baarmoederhalskanker geconstateerd. Dit mag je nog geen kanker noemen, maar het zit er wel tegenaan. We gaan er wel van uit dat dit goed af zal lopen, maar toch………..Bovendien kwam Miriam, onze oudste dochter, met het idee om ook de berg op te gaan fietsen. Dit zou ik dolgraag samen met haar willen doen. Misschien wel in een team ?????

 

 

Laat een bericht achter :-)

Contact met mij

Wil je iets weten over mijn deelname aan Alpe d’HuZes? Stuur me dan een e-mailtje: miriam.denridder@gmail.com

Recente berichten